Regels

  • Tijdens het rijden op het terrein of daarbuiten is het dragen van een veiligheidscap en rijkleding met daarbij behorend voor de paardensport passend schoeisel verplicht.
  • Ouders/verzorgers van kinderen dienen hun kinderen zoveel mogelijk in de gaten te houden, en te attenderen op de gevaren en risico’s op Manege Moedig Voorwaarts.
  • Het is niet toegestaan om op fourages (stro-, hooi- en kuilbalen) en machines te spelen.
  • Met uitzonderingen van de locaties die daartoe expliciet zijn aangewezen, geldt voor het gehele terrein een rookverbod. Het rookverbod geldt ook op het paard of menwagen.
  • Aanwijzingen van het stalpersoneel en instructeurs dienen opgevolgd te worden.
  • De stalgangen dienen netjes te zijn en vrij van obstakels, harnachement, poetsspullen, gereedschap e.d. moeten direct na gebruik worden opgeruimd in de daarvoor bedoelde ruimtes.
  • Het gebruikte harnachement van iedere combinatie (ook van pensionklanten) dient goed onderhouden te zijn en minimaal 1 keer per maand gecontroleerd te worden op gebreken en slijtage.
  • Aanwezigen op het terrein dienen zich rustig te gedragen en dienen op veilige afstand van de rijbaan te blijven. Zij mogen zich niet ongevraagd met de lessen of de instructie bemoeien.
  • Honden zijn welkom, mits aangelijnd, zowel binnen als buiten de kantine.
  • Tijdens het rijden dienen de rijbaanregels in acht genomen te worden.
  • Alcoholgebruik voor of tijdens het rijden of mennen is niet toegestaan.
  • Klanten en/of vrijwilligers mogen alleen lespaarden en pony’s poetsen, van en naar stal begeleiden en op- of afzadelen als dit onder toezicht van de stalmedewerkers gebeurt.
  • Klanten en/of vrijwilligers mogen lespaarden en pony’s zonder toezicht verzorgen wanneer zij hiervoor voldoende kennis en ervaring hebben en de stalmedewerker en/of instructrices hiermee heeft ingestemd.
  • De rijvaardigheid van nieuwe klanten wordt in de praktijk beoordeeld door de instructrice. De instructrice deelt ruiters naar hun niveau in bij de verschillende lessen.
  • Het gebruik van een mobiele telefoon is tijdens het rijden niet toegestaan. Het voeren van telefoongesprekken in het bijzijn van anderen is vaak storend, het verzoek is dit zo veel mogelijk buiten gehoor afstand van anderen te doen.
  • Het bestuur heeft het recht om een bezoeker die handelt in strijd met de bepalingen van deze huisregels de toegang met onmiddellijke ingang te weigeren.
  • Een les is inclusief op- en afstappen.
  • De ruiter dient zelf zijn/haar pony/paard te borstelen en daarna pas, eventueel met hulp, op te zadelen. Dit houdt in dat je op tijd moet komen, anders begint de les zonder jou en is dit storend voor de anderen als jij later de les in komt.
  • Bij het rijden dienen alle ruiters een goed passende veiligheidshelm met CE-markering en EN-138:2012 teken te dragen.
  • Het voornemen om in of uit de rijbaan te gaan, moet luid worden gevraagd en aangekondigd , door bijvoorbeeld “deur vrij!” te roepen.
  • Op- en afstijgen dient op de AC-lijn te gebeuren. De paarden dienen op voldoende afstand van elkaar te staan en met de hoofden in dezelfde richting.
  • Indien een ruiter of menner alleen in de rijbaan rijdt dient deze een mobiele telefoon bij zich te dragen.
  • Tijdens het rijden of mennen dient de rijbaan gesloten (deur dicht) te zijn.
  • Wanneer de accommodatiehouder toestaat dat er gelongeerd wordt in de rijbaan dan mag dit alleen wanneer er zich geen ruiters of menners in die rijbaan bevinden.
  • De combinatie welke op de linkerhand rijdt heeft bij elkaar passeren voorrang op de hoefslag (dus rechts houden).
  • Degene die op dezelfde hand een snellere gang heeft en/of zijgangen rijdt heeft altijd voorrang (en dus ook de hoefslag).
  • Niet snijden en elkaar de ruimte geven bij het passeren.
  • Het springen over een hindernis moet worden aangekondigd als er ook andere ruiters in de rijbaan rijden, door bijvoorbeeld “hindernis vrij!” te roepen.
  • Bij het rijden dienen alle ruiters rijlaarzen te dragen of stevige schoenen met een gladde doorlopende zool en een hak, gecombineerd met chaps. De rijlaarzen of schoenen dienen ruim in de stijgbeugels te passen.
  • Ruiters mogen geen grote, uitstekende en/of loshangende sieraden en losse kleding dragen. Bij het rijden in het bos dient er op gelet te worden dat geen jassen met een capuchon worden gedragen.
  • Het is aan de instructeur om te beoordelen of een ruiter voldoende gekwalificeerd is om in een groep een buitenrit te maken (openbare weg of natuurgebied).
  • De groep moet worden begeleid door een ruiter die, naast voldoende kennis en ervaring om leiding te geven aan een groep, tevens in het bezit is van een instructeursdiploma of geldig ruiterbewijs.
  • De begeleider dient bekend te zijn met de te rijden route.
  • De leider van de groep moet de ruiters van de groep voor vertrek instrueren over de commando’s die onderweg worden gegeven en over algemene gedragsregels bij een val van een ruiter, het op hol slaan van een paard en dergelijke.
  • De leider van de groep beschikt over een mobiele telefoon met het alarmnummer en de nummers van de manege, de kamplocatie en de Manege dierenarts of de dierenarts in de kamp-omgeving..
  • De leider van de groep heeft een reserve beugelriem en een scherp zakmes.
  • Een groep die naar buiten gaat mag niet groter zijn dan 10 ruiters in totaal.
  • Ruiters die op een lespaard individueel naar buiten gaan, moeten in het bezit zijn van een geldig ruiterbewijs. Ruiters die op hun eigen paard naar buiten gaan, worden gestimuleerd het ruiterbewijs te behalen.
  • De huisregels en rijbaanregels gelden ook voor buiten rijden, voor zover van toepassing.
  • Bij het rijden in het donker of schemer dient de ruiter de wettelijk verplichte verlichting te voeren. De ruiter moet licht voeren dat rood licht naar achteren straalt en wit of geel licht naar voren.
  • Het dragen van reflecterend materiaal door paard en ruiter wordt sterk aanbevolen.
  • Bij buitenritten met minder ervaren ruiters is de aanwezigheid van een ervaren ruiter gewenst, ter ondersteuning van de begeleider van de groep.

Wat te doen bij Calamiteiten

Belangrijk: blijf kalm!

Volg altijd de instructies op van uw instructrice of de BHV-er.

Bij ongeval

  1. Verplaats het slachtoffer niet, tenzij dit absoluut noodzakelijk is. Let goed op gevaar voor jezelf. Voorkom erger!
  2. Probeer een op holgeslagen paard NOOIT te stoppen door er VOOR te gaan staan!
  3. Zorg ervoor dat de overige paarden bij elkaar blijven, halt houden en stil blijven staan, of als dat niet anders kan in een volte blijven stappen. De overige ruiters dienen te paard te blijven.
  4. Vraag hulp van BHV / hulpverlening
  5. Stel het slachtoffer gerust.
  6. Zorg voor deskundige hulp.
  7. Blijf bij het slachtoffer en laat iemand anders zo snel mogelijk deskundige hulp waarschuwen. (huisarts, dierenarts of bellen 112)
    Informatie melden:
    • Plaats en aard ongeval.
    • Aantal slachtoffers.
    • Vermoedelijk letsel.
    • Naam melder (e.v.t. telefoon nr.)
  8. Laat de melder daarna terugkomen en indien nodig paard/pony verzorgen.
  9. Verleen EHBO ter plaatse alleen als dit noodzakelijk is i.v.m. gevaar!

Bij brand

  1. Slachtoffers redden. Denk om uw eigen veiligheid!
  2. Bel brandweer tel. nr. 112
    Informatie melden:
    • De plaats van de brand.
    • De aard van de brand.
    • De omvang van de brand.
  3. Gedrag:
    • Gevarenzone verlaten met eventueel paarden en pony’s.
    • Aangegeven vluchtwegen volgen.
    • Melden bij verzamelplaats
  4. Indien kundig, trachten brand te blussen, anders wachten op de brandweer.
  5. Paarden rustig houden en zo snel mogelijk vervoeren naar veilige plaats door deskundig personeel.
  6. Paarden verwijderd houden van de aanrijdroute van de brandweer of ambulance.
  7. Denk om uw eigen veiligheid en die van anderen.

Melding incident of ongeval

Mocht je een incident of een ongeval willen melden, vul dan onderstaand formulier in:

    Uw naam (verplicht)

    Uw email (verplicht)

    Datum van het ongeval

    Toelichting